Bij een werkgever is een werkneemster ziek uitgevallen. Nadat de wachttijd voor de WIA is verstreken, wordt aan de werkneemster een WIA-uitkering toegekend. De loondoorbetalingsverplichting van de werkgever eindigt op dat moment.
Vervolgens deelt de werkneemster aan de werkgever mede dat zij de nog aan haar toekomende 68 vakantiedagen wil opnemen en dat zij daarmee na een week wil beginnen. De werkgever reageert niet op deze mededeling, maar betaalt de vakantiedagen ook niet uit. Daarop vordert de werkneemster bij de kantonrechter het loon over de opgenomen vakantiedagen. De werkgever verweert zich met de stelling dat de vakantiedagen zijn vervallen omdat ze niet tijdig zijn opgenomen. Bovendien stelt de werkgever dat hij bevoegd was om het loon tijdens de vakantie te verrekenen met de WGA-uitkering.
De kantonrechter neemt als uitgangspunt dat een werknemer recht heeft op loon tijdens zijn vakantie. Dat geldt ook voor werknemers die langdurig volledig arbeidsongeschikt zijn. Aan de werkgever komt geen beroep toe op het vervallen van de vakantiedagen. De vakantiedagen zouden volgens de werkgever zijn vervallen omdat ze niet zijn opgenomen binnen zes maanden na het kalenderjaar waarin de vakantiedagen zijn opgebouwd, maar op die regel bestaat een uitzondering als een werknemer vanwege volledige arbeidsongeschiktheid niet in staat is geweest om die vakantie op te nemen. Bovendien heeft de werkgever niet voldaan aan de uit de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie voortvloeiende eis dat de werknemer, tijdig voordat de vakantiedagen vervallen, nauwkeurig door de werkgever moet zijn geïnformeerd over de gevolgen van het niet tijdig opnemen van de vakantiedagen.
De werkgever had ook nog gesteld dat de werknemer niet tijdig geklaagd had over het vervallen van zijn vakantiedagen, maar de kantonrechter stelt dat een dergelijke klachtplicht niet geldt, omdat die in strijd zou zijn met de verplichting die de werkgever juist heeft om de werknemer te informeren over zijn vakantierechten.
Door niet te reageren op het verzoek om het opnemen van de vakantiedagen zijn de vakantiedagen inmiddels ook genoten, zodat zij moeten worden uitbetaald.
Het beroep van de werkgever op verrekening van de WGA-uitkering met het loon geldt volgens de kantonrechter alleen in de periode dat de werknemer recht heeft op doorbetaling van loon tijdens ziekte.
De werkgever wordt daarom veroordeeld om het loon tijdens de opgenomen vakantiedagen uit te betalen. Wegens te late betaling moet hij ook de wettelijke verhoging van 50% en de wettelijke rente betalen.