Heeft u vragen? Wij zijn telefonisch bereikbaar op 030 262 45 94
Ons kantoor is nu open!
b+p Belastingadviseurs - 27/03/2025 - Juridisch

Werkneemster neemt vakantiedagen op na einde van tweede ziektejaar

Juridisch

Een arbeidsongeschikte werkneemster had na het einde van de periode waarin zij recht had op loondoorbetaling tijdens ziekte nog recht op vakantie. De arbeidsovereenkomst was nog niet geëindigd, maar de werkneemster wilde al wel de waarde van de haar nog toekomende vakantiedagen ontvangen en deelde de werkgever daarom mede dat zij die vakantiedagen ging opnemen, zodat de werkgever het loon tijdens die vakantiedagen zou moeten uitbetalen. De werkgever weigerde dat, maar werd door de kantonrechter veroordeeld om dat toch te doen. Toch is het de vraag of de werkneemster er wel zo verstandig aan heeft gedaan om de vakantiedagen op die manier te laten uitbetalen.

Uitspraak

Bij een werkgever is een werkneemster ziek uitgevallen. Nadat de wachttijd voor de WIA is verstreken, wordt aan de werkneemster een WIA-uitkering toegekend. De loondoorbetalingsverplichting van de werkgever eindigt op dat moment.

Vervolgens deelt de werkneemster aan de werkgever mede dat zij de nog aan haar toekomende 68 vakantiedagen wil opnemen en dat zij daarmee na een week wil beginnen. De werkgever reageert niet op deze mededeling, maar betaalt de vakantiedagen ook niet uit. Daarop vordert de werkneemster bij de kantonrechter het loon over de opgenomen vakantiedagen. De werkgever verweert zich met de stelling dat de vakantiedagen zijn vervallen omdat ze niet tijdig zijn opgenomen. Bovendien stelt de werkgever dat hij bevoegd was om het loon tijdens de vakantie te verrekenen met de WGA-uitkering.

De kantonrechter neemt als uitgangspunt dat een werknemer recht heeft op loon tijdens zijn vakantie. Dat geldt ook voor werknemers die langdurig volledig arbeidsongeschikt zijn. Aan de werkgever komt geen beroep toe op het vervallen van de vakantiedagen. De vakantiedagen zouden volgens de werkgever zijn vervallen omdat ze niet zijn opgenomen binnen zes maanden na het kalenderjaar waarin de vakantiedagen zijn opgebouwd, maar op die regel bestaat een uitzondering als een werknemer vanwege volledige arbeidsongeschiktheid niet in staat is geweest om die vakantie op te nemen. Bovendien heeft de werkgever niet voldaan aan de uit de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie voortvloeiende eis dat de werknemer, tijdig voordat de vakantiedagen vervallen, nauwkeurig door de werkgever moet zijn geïnformeerd over de gevolgen van het niet tijdig opnemen van de vakantiedagen.

De werkgever had ook nog gesteld dat de werknemer niet tijdig geklaagd had over het vervallen van zijn vakantiedagen, maar de kantonrechter stelt dat een dergelijke klachtplicht niet geldt, omdat die in strijd zou zijn met de verplichting die de werkgever juist heeft om de werknemer te informeren over zijn vakantierechten.
Door niet te reageren op het verzoek om het opnemen van de vakantiedagen zijn de vakantiedagen inmiddels ook genoten, zodat zij moeten worden uitbetaald.
Het beroep van de werkgever op verrekening van de WGA-uitkering met het loon geldt volgens de kantonrechter alleen in de periode dat de werknemer recht heeft op doorbetaling van loon tijdens ziekte.
De werkgever wordt daarom veroordeeld om het loon tijdens de opgenomen vakantiedagen uit te betalen. Wegens te late betaling moet hij ook de wettelijke verhoging van 50% en de wettelijke rente betalen.

Commentaar

Een werknemer heeft pas bij het einde van de arbeidsovereenkomst recht op vergoeding van niet genoten vakantiedagen. Waarom de arbeidsovereenkomst niet is beëindigd, wordt uit het vonnis van de kantonrechter niet duidelijk. Op grond van de jurisprudentie van de Hoge Raad had de werkneemster van de werkgever kunnen verlangen dat die de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden zou beëindigen en dat daarbij de transitievergoeding zou worden betaald. Dan zou de vergoeding van niet genoten vakantiedagen ook verplicht zijn geweest.
Dat een arbeidsongeschikte werknemer na afloop van de periode waarin de werkgever verplicht is om tijdens ziekte het loon door te betalen loon tijdens vakantie kan genieten (en dat een werknemer dus ook op die manier aan het loon over de vakantiedagen kan komen) is eind 2022 al eens beslist door het Gerechtshof Amsterdam. De werkgever had het dus beter maar niet op deze rechtszaak kunnen laten aankomen.
Het verweer van de werkgever dat de vakantiedagen vervallen waren omdat ze niet tijdig opgenomen waren, was al helemaal kansloos omdat het duidelijk in strijd is met de wet en Europees recht.
Opvallend is dat het beroep van de werkgever op verrekening van loon met de WGA-uitkering door de kantonrechter wordt opgevat als een beroep op verrekening van de WGA-uitkering met het loon. Uit het vonnis van de kantonrechter wordt niet duidelijk wat de werkgever nu op dat punt precies gesteld had, want er wordt enerzijds gesproken over het verrekenen van het loon met de uitkering, maar anderzijds wordt gesproken over de wetsbepaling die ziet op het verrekenen van de uitkering met het loon.
Op zichzelf zou de werkgever gelijk hebben gehad met zijn stelling dat het loon dat een werkgever tijdens ziekte aan de werknemer betaalt, wordt verrekend met de WGA-uitkering (althans met de loongerelateerde WGA-uitkering). Waar de wet enerzijds in het Burgerlijk Wetboek bepaalt dat de uitkering kan worden verrekend met tijdens ziekte te betalen loon en anderzijds in de WIA bepaalt dat het tijdens ziekte doorbetaalde loon wordt verrekend met de loongerelateerde WGA-uitkering, zou de werkgever een punt hebben gehad omdat de Centrale Raad van Beroep heeft bepaald dat het loon met de uitkering verrekend wordt en niet andersom.
Maar dat is dan wel een kwestie die de hoogte van de WGA-uitkering betreft en niet de betaling van het loon, zodat de werkgever dat punt kan voorleggen aan de sociale verzekeringsrechter als het UWV de WGA-uitkering niet vermindert, maar niet aan de kantonrechter.
Vanuit de werknemer bezien is het wel de vraag of het nu zo’n verstandige zet is geweest om vakantiedagen op te nemen en te laten uitbetalen, in plaats van een einde van de arbeidsovereenkomst af te dwingen met dan daarbij een vergoeding wegens niet genoten vakantiedagen. In beginsel is ook de vergoeding wegens niet genoten vakantiedagen die bij het einde van de arbeidsovereenkomst wordt betaald, loon dat met de loongerelateerde WGA-uitkering wordt verrekend. Maar er is beleid van het UWV om dat niet te doen als het gaat om vakantiedagen die zijn opgebouwd over de periode die aan de WGA-uitkering vooraf gaat. Dat het om een nabetaling gaat is duidelijk als een vergoeding wegens niet genoten vakantiedagen wordt betaald (bedrag ineens). Of dat ook zo duidelijk is als de vakantiedagen worden opgenomen (verspreid over meerdere maanden) is de vraag.

b+p Belastingadviseurs maakt gebruik van functionele cookies die strikt noodzakelijk zijn voor de werking van de website en analytische cookies om inzicht te krijgen in de werking en effectiviteit van de website. De analytische cookies zijn volledig geanonimiseerd en wij plaatsen geen marketing cookies. Meer informatie over privacy.