Huidige situatie
Aandeelhouders die met elkaar een geschil hebben kiezen nu veelal voor een enquêteprocedure, omdat deze over het algemeen sneller, efficiënter en effectiever is dan de geschillenregeling ook al is deze procedure, anders dan de geschillenregeling, eigenlijk niet bedoeld voor aandeelhoudersgeschillen. Ik schreef daar al eerder over in mijn blogs over de enquêteprocedure. Een definitieve overdracht van de aandelen kan ook niet worden bewerkstelligd in een enquêteprocedure.
Met een geschillenregeling kan dat wel. De geschillenregeling voorziet in een viertal procedures die een definitieve voorziening bieden voor het geval aandeelhouders van een B.V. of N.V. hun geschil niet zelf kunnen oplossen en uit elkaar willen. Dit betreft de uitstotingsprocedure, waarbij een aandeelhouder gedwongen wordt de aandelen over te dragen (artikel 2:336 BW), de procedure tot overdracht van stemrecht voor het geval het stemrecht berust bij een vruchtgebruiker of pandhouder van aandelen (artikel 2:342 BW), de uittredingsprocedure (artikel 2:343 BW) en de verzoekschriftprocedure waarin de rechter kan worden verzocht de prijs van de aandelen vast te stellen indien tussen de partijen overeenstemming bestaat over het uittreden van een aandeelhouder, maar niet over de prijs (artikel 2:343c BW). In de praktijk wordt met name gebruik gemaakt van de uitstotings- en de uittredingsregeling.
Toegang tot de geschillenregeling
Op grond van de huidige wet is de geschillenregeling alleen van toepassing op alle B.V.’s en besloten N.V.’s. In het wetsvoorstel wordt de geschillenregeling van toepassing op alle B.V.’s en N.V.’s, behalve op B.V.’s of N.V.’s waarvan aandelen of certificaten van aandelen op een beurs of via een multilaterale handelsfaciliteit verhandeld worden. Ook stelt het wetsvoorstel de geschillenregeling open voor bewilligde en vergadergerechtigde certificaathouders. Zij worden onder bepaalde omstandigheden bevoegd om een verzoek tot uittreding (en vriendelijke uittreding ex art. 2:343c BW) in te stellen wanneer zij in hun rechten worden geschaad door de andere bewilligde en vergadergerechtigde certificaathouders, de aandeelhouders, de stichting administratiekantoor (de aandeelhouder ten titel van beheer) of de vennootschap.
Ondernemingskamer
Indien het wetsvoorstel van kracht wordt, vindt de procedure plaats bij de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam als enige feitelijke instantie. De uitstotingsprocedure, de procedure tot gedwongen overgang van stemrecht en de uittredingsprocedure worden dan als verzoekschriftprocedure gevoerd. Een aandeelhouder zou dan door middel van voeging zelfs in één (inleidend) verzoekschrift zowel een verzoek tot uitstoting of uittreding als een enquêteverzoek kunnen doen. Dat is efficiënt en effectief. Beide procedures zijn in goede handen bij dit gespecialiseerde college. Daarna staat cassatie open bij de Hoge Raad.
Verruiming uitstotingsgrond
Wanneer kan een aandeelhouder worden uitgestoten? In de praktijk is dit een veel voorkomende vraag. Onder de huidige regeling kunnen alleen gedragingen die zijn verricht in de hoedanigheid van aandeelhouder leiden tot vervulling van het criterium van uitstoting. Het gedrag van de aandeelhouder als zodanig moet het functioneren van de vennootschap in gevaar brengen, niet het gedrag van de aandeelhouder in andere hoedanigheid, bijvoorbeeld als concurrent van de vennootschap of als bestuurder. Echter, in de jurisprudentie is er een tendens te bespeuren dat gedragingen in een andere hoedanigheid van de aandeelhouder, bijvoorbeeld als concurrent of als bestuurder, de gedragingen van de aandeelhouder mede inkleuren en door de rechter kunnen worden meegenomen in zijn belangenafweging. Dit is ook opgenomen in de nieuwe regeling. De aandeelhouder die de vennootschap oneerlijke concurrentie aandoet – waardoor voor de vennootschap bestemde inkomsten wegvloeien en het vennootschappelijk belang wordt geschaad – of de aandeelhouder die als bestuurder zich laat leiden door een tegenstrijdig belang, kan in de toekomst dus mogelijk met uitstoting worden geconfronteerd.
Conclusie
Het wetsvoorstel biedt een effectiever systeem voor het oplossen van aandeelhoudersgeschillen en daar zullen veel aandeelhouders in de praktijk baat bij hebben. Het uit elkaar gaan, zeker in familievennootschappen, is al moeilijk genoeg.
Heeft u hierover vragen? Neem dan contact op met de auteur: Marjan Koelemeijer,
Bron: KienhuisHoving Advocaten en Notarissen