Een collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) is een schriftelijke overeenkomst waarin afspraken over arbeidsvoorwaarden zijn opgenomen.
Verschillende soorten CAO’s
Een grote meerderheid van de werknemers in Nederland valt onder de één of andere CAO. In zijn algemeenheid kan worden gesteld dat de arbeidsvoorwaarden opgenomen in een CAO voor de werknemer veelal gunstiger zijn dan die, die uit de wet voortvloeien.
De CAO mag echter nooit strijdig zijn met de wet. Er zijn CAO’s die gelden maar voor één bedrijf: de zgn ondernemings-CAO’s en andere gelden voor meerdere werkgevers in één bepaalde bedrijfstak, aangeduid als bedrijfstak-CAO’s.
Wie moeten zich nu precies houden aan een CAO?
In een CAO staat aangegeven:
- welke werkgevers; of
- welke bedrijfstak(ken); of
- welke soorten werk; onder de werking van de CAO vallen.
Een werkgever is verplicht om een CAO toe te passen als:
a) de werkgever zelf een CAO heeft afgesloten (de ondernemings-CAO);
b) de werkgever lid is van een werkgeversorganisatie die een CAO heeft gesloten met de werknemersorganisatie(s);
c) er in de branche van de werkgever een bedrijfstak-CAO is die algemeen verbindend is verklaard door de minister van SZW. (Die CAO geldt dan voor alle werkgevers in die bedrijfstak);
d) in de arbeidsovereenkomst met de werknemer is bepaald dat een met name genoemde CAO van toepassing is.
Het is mogelijk dat een onderneming door de aard van haar werkzaamheden onder meer CAO’s valt. Dit kan tot complicaties in de vaststelling van de arbeidsvoorwaarden leiden.
In beginsel is dan het uitgangspunt dat:
- standaard-CAO´s voorrang hebben boven minimum-CAO´s;
- algemeen verbindend verklaarde CAO’s voor gaan op niet algemeen verbindend verklaarde CAO; en
- dat werknemers voor het overige een beroep kunnen doen op de voor hen gunstigste CAO-bepaling uit de van toepassing zijnde CAO’s.
Afwijken mag (niet)
Werkgever en werknemer zijn aan de (algemeen verbindend verklaarde) CAO gebonden, maar soms zijn afwijkingen van de CAO ten gunste van de werknemer toegelaten.
Als sprake is van een standaard CAO mag niet worden afgeweken van de CAO. Deze CAO pretenderen de rechtsverhoudingen uitputtend te regelen. Een afwijking – zelfs als die ten gunste van de werknemer is, is niet toegestaan.
Als sprake is van een zogenaamde minimum-CAO dan bevat die CAO de minimumverplichtingen voor de werkgever en mag er ten gunste van de werknemer worden afgeweken van de CAO.
Bronnen en doelen
In een CAO kan – al dan niet beperkt – ruimte gegeven worden voor een keuze van arbeidsvoorwaarden. Deze keuzemogelijkheid in de CAO ook wel aangeduid als CAO à la carte, geeft werknemers de individuele mogelijkheid om voor een bepaalde arbeidsvoorwaarde of een pakket aan arbeidsvoorwaarden te kiezen, vaak in ruil voor een aangepast (lager) salaris. Soms beperkt de keuze zich tot een fietsplan maar in de meest vergaande vorm (het zgn. cafetariamodel) kan de werknemer in ruil voor salaris, extra gewerkte uren of bovenwettelijke vakantiedagen, een duurdere auto, een betere kinderopvangmogelijkheid, een ruimere arbeidsongeschiktheidsdekking, of beter opleidingstraject regelen.
Looptijd van een CAO
Een CAO kent altijd een bepaalde looptijd en eindigt dan ook doorgaans door het verstrijken van die looptijd van rechtswege. Soms komen de CAO partijen overeen dat een CAO in duur is verlengd, dan is die langere tijd van toepassing.
Het streven van CAO partijen is altijd dat er aansluitend op een lopende CAO een nieuwe CAO tot stand komt. Soms komen de CAO partijen niet op tijd tot een akkoord, en dan kan sprake zijn van een CAO-loze periode.
De CAO partijen bepalen bij de totstandkoming van een nieuwe CAO de nieuwe ingangsdatum en looptijd.
Nawerking CAO
Tijdens een CAO-loze periode werkt de ‘oude’ CAO na, voor lopende gevallen. Is een CAO eenmaal op de arbeidsovereenkomst van toepassing geweest, dan blijven de rechten en verplichtingen van werkgever en werknemer ook na het verstrijken van de looptijd van de CAO gelden zoals zij tijdens de looptijd van de CAO waren, de zogenoemde nawerking van de CAO. De CAO is onderdeel gaan uitmaken van de arbeidsovereenkomst.
De nawerking geldt alleen voor de al lopende overeenkomsten.
Een werkgever kan in een CAO-loze periode met nieuwe werknemers afwijkende afspraken maken, maar die afwijkende afspraak is slechts geldig tot er een nieuwe CAO is.
Zoals hierboven aangegeven bepalen de CAO partijen bij de totstandkoming van een nieuwe CAO de nieuwe ingangsdatum en looptijd. In beginsel zou hier een mate van terugwerkende kracht aan kunnen worden gegeven.