Heeft u vragen? Wij zijn telefonisch bereikbaar op 030 262 45 94
Ons kantoor is open van ma t/m vrij tussen 08:00 en 17:00 uur
b+p Belastingadviseurs - 24/11/2025 - Juridisch

Herstelde werknemer hoeft niet te worden toegelaten tot zijn oude werkzaamheden

Juridisch

Een werknemer van KPN heeft wegens ziekte aangepast werk verricht. Nadat hij hersteld is verklaard, wil hij zijn oude werkzaamheden hervatten. KPN laat hem die echter niet meer uitvoeren. De werknemer vordert daarop toelating tot zijn oude werkzaamheden. De kantonrechter wijst die vordering af. De werkgever heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat de oude functie van de werknemer is vervallen en dat er sprake is van een conflict tussen de werknemer en diens leidinggevende zodat de werkgever de werknemer zijn oude werkzaamheden niet meer hoeft te laten verrichten. In het commentaar gaan wij nader in op het recht op terugkeer in het oude werk en het oordeel van de kantonrechter in deze zaak.

Uitspraak

Een KPN-medewerker is op 20 oktober 2023 ziek uitgevallen. Tijdens zijn re-integratie heeft hij aangepast werk verricht op een andere afdeling. Per 1 januari 2025 is zijn oude functie vervallen en is de werknemer boventallig verklaard. Een interne klacht van de werknemer tegen het besluit om hem boventallig te verklaren wordt ongegrond verklaard. Nadat hij enkele weken voor het bereiken van de wachttijd van 104 weken hersteld is verklaard, wil de werknemer de werkzaamheden die bij zijn oude functie horen weer verrichten. Hij vordert in kort geding dat KPN hem deze werkzaamheden moet aanbieden.

De kantonrechter oordeelt dat KPN de werkzaamheden van de vervallen functie niet aan de werknemer hoeft aan te bieden. Hij acht het aannemelijk dat de oude functie van de werknemer niet meer bestaat. Daarnaast zou de werknemer weer moeten samenwerken met zijn leidinggevende als hij zijn oude werkzaamheden weer zou gaan verrichten, terwijl de samenwerking met die leidinggevende in het verleden samenwerking niet goed verliep en geleid heeft tot de uitval van de werknemer. Om die reden is de kantonrechter van mening dat niet van de werkgever verwacht kan worden dat hij de werknemer zijn oude werkzaamheden laat verrichten.

Commentaar

Op grond van de wet ligt de primaire focus in geval van ziekte en re-integratie op de terugkeer in het (eventueel aangepaste) eigen werk waarin de werknemer is uitgevallen. Zodra de bedrijfsarts de werknemer weer hersteld acht of de werknemer zich weer beter meldt, geldt terugkeer in het eigen werk dan ook als uitgangspunt. Zodoende dient een werkgever een werknemer na herstel in beginsel toe te laten tot zijn oude werkzaamheden als de werknemer daarom vraagt. Als de werkgever vindt dat dit redelijkerwijs niet van hem gevergd kan worden, is het aan de werkgever om dit te stellen en bewijzen.
In deze zaak is de werkgever er volgens de kantonrechter in geslaagd om te bewijzen dat terugkeer van de werknemer in de oude functie niet meer mogelijk was. Uit de uitspraak blijkt dat de werkgever het vervallen van de arbeidsplaats uitvoerig heeft onderbouwd. Gelet op die uitvoerige onderbouwing en de inschakeling van de ondernemingsraad, was volgens de kantonrechter ook geen sprake van een schijnconstructie, zoals de werknemer had gesteld.
Daarnaast had de werkgever volgens de kantonrechter, onder verwijzing naar een arbeidsdeskundige rapportage van maart 2025, voldoende aangetoond dat sprake was van een nog altijd voortdurend conflict met een leidinggevende, met wie zou moeten worden samengewerkt bij het verrichten van de oude werkzaamheden. Bovendien had de werknemer ter zitting verklaard dat hij verwachtte dat de leidinggevende zijn gedrag wel zou aanpassen zodra hij zijn oude werkzaamheden zou hervatten. De kantonrechter leidde hieruit af dat er nog steeds sprake was van een probleem met de leidinggevende en oordeelde dat de werknemer niet kon afdwingen dat de leidinggevende zijn gedrag zou aanpassen, zo dat al nodig zou zijn. Het conflict vormde naar het oordeel van de kantonrechter een goede reden om de werknemer niet meer tot zijn oude werkzaamheden toe te laten, voor zover die feitelijk nog zouden bestaan en in een andere functie zijn ondergebracht.
Met het oordeel van de kantonrechter dat terugkeer in de oude werkzaamheden niet mogelijk is vanwege een conflict met een leidinggevende, mag de werkgever niet klagen. De rechter had ook kunnen bepalen dat de werkgever en de werknemer moesten gaan werken aan een oplossing van dat probleem. Kennelijk heeft de kantonrechter uit de processtukken en aan hetgeen tijdens de zitting is besproken de indruk overgehouden dat de verstoorde arbeidsverhouding met de leidinggevende voor een belangrijk deel op het conto van de werknemer moet worden geschreven.

b+p Belastingadviseurs maakt gebruik van functionele cookies die strikt noodzakelijk zijn voor de werking van de website en analytische cookies om inzicht te krijgen in de werking en effectiviteit van de website. De analytische cookies zijn volledig geanonimiseerd en wij plaatsen geen marketing cookies. Meer informatie over privacy.