De betaling van een all-in loon, dat wil zeggen: een loon waarin de uitbetaling van vakantietoeslag en vergoeding wegens niet-genoten vakantiedagen is begrepen, is in de omstandigheden van het onderhavige geval toelaatbaar.
Een werknemer is tussen 2007 en 2011 werkzaam geweest in een horecaonderneming. Op zijn arbeidsovereenkomst was de CAO Horeca van toepassing. Met de werknemer is een bruto loon overeengekomen waarbij is afgesproken dat dit loon inclusief vakantietoeslag en vakantiedagen is. Op de salarisstrook worden het loon, de vakantietoeslag en de vergoeding wegens niet-genoten vakantiedagen ook afzonderlijk vermeld. Bij het einde van de arbeidsovereenkomst vordert de werknemer van de werkgever nog achterstallig loon, waarbij ook nog eens aanspraak wordt gemaakt op vakantietoeslag en vergoeding wegens niet-genoten vakantiedagen over de hele duur van de arbeidsovereenkomst.
Voor wat betreft de vakantietoeslag overweegt de kantonrechter dat het in de Wet Minimumloon en minimumvakantiebijslag is toegestaan om bij schriftelijke arbeidsovereenkomst af te wijken van de regel dat de vakantietoeslag in juni moet worden uitbetaald, zo lang de betaling maar tenminste één maal per kalenderjaar plaatsvindt. De maandelijkse betaling is derhalve niet in strijd met de wet.
Voor de vakantiedagen ligt het ingewikkelder omdat de wet, in navolging van een Europese Richtlijn, bepaalt dat de minimumvakantie van vier weken per jaar niet kan worden vervangen door een financiële vergoeding, behalve in geval van beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Deze bepaling moet op grond van de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie zo worden uitgelegd dat het moment van betaling van het loon over de periode van de jaarlijkse vakantie, zo moet worden gekozen dat de werknemer zich tijdens de vakantie qua beloning in dezelfde situatie bevindt als tijdens gewerkte periodes. Bij het verbod om de vakantiedagen te vervangen door een financiële vergoeding gaat het er om dat de werknemer in het belang van de bescherming van zijn veiligheid en gezondheid tenminste vier weken per jaar daadwerkelijk rust kan genieten. Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft daarom bepaald dat een loon inclusief betaling van het loon dat de werknemer zou genieten tijdens vakantie niet is toegelaten en dat ook een betaling van dat loon tijdens vakantie in gedeelten samen met het normale loon in strijd is met de Europese Richtlijn.
Toch keurt kantonrechter de maandelijkse betaling van het loon tijdens vakantiedagen in het onderhavige geval goed. Voor de kantonrechter is daarbij van belang dat de werknemer in kwestie het recht behield om vrij te nemen, maar dan zonder het loon nogmaals te ontvangen. Omdat het all-in loon alleen werd aangeboden aan oproepkrachten (de werknemer in kwestie zou een ander contract zelfs hebben geweigerd) en omdat op de salarisstrook duidelijk zichtbaar was welk deel van de betaling het normale loon betrof en welk deel de vakantietoeslag respectievelijk het loon tijdens de vakantiedagen, acht de kantonrechter een uitzondering op de door het Hof van Justitie geformuleerde regels geboden. De kantonrechter acht tenslotte van belang dat de bepaling omtrent het all-in loon was opgenomen in een model-arbeidsovereenkomst die deel uitmaakte van een door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid algemeen verbindend verklaarde CAO. De vordering wegens achterstallig loon wordt toegewezen, maar zonder de vordering tot betaling van de vakantietoeslag en de vergoeding-wegens niet-genoten vakantiedagen.
Dit bericht is afkomstig van Kantoor Mr. van Zijl advocaten, lees het volledige bericht.