‘Ik heb met veel interesse de analyse van DNB en het rapport van het IMF gelezen over de Nederlandse woningmarkt. In de beleids- en uitvoeringsagenda van 8 mei 2023 heb ik aangegeven een visie op de eigenwoningregeling te willen ontwikkelen. In deze visie wil ik inzichtelijk maken wat de bevindingen van het onderzoek naar de fiscale regelingen, de beleidsdoorlichting Woningmarkt en de al bestaande onderzoeken in samenhang betekenen. Ik streef ernaar om mijn visie in 2024 aan uw Kamer te doen toekomen. Tijdens het Kamerdebat IBO vermogensverdeling1 heb ik onlangs ook toegezegd de eigenwoningregeling te willen onderzoeken. Gegeven de complexiteit van de huidige wetgeving en bestaande uitvoeringsvraagstukken, wil ik in de visie niet alleen oplossingen uitwerken, maar ook stilstaan bij bijvoorbeeld de relatie tussen de complexiteit van de eigenwoningregeling en de macro-economische aanbevelingen van DNB en IMF.’
Majeure wijzigingen eigenwoningregeling niet realistisch
Staatssecretaris Van Rij stelt voorts dat gelet op het feit de ontwikkeling van Box 3 naar een nieuw stelsel van werkelijk rendement, waarbij de wijze waarop onroerend goed – niet zijnde de eigen woning – wordt belast, nog niet is uitgekristalliseerd, het beleidsmatig niet logisch om de eigenwoningregeling hierin mee te nemen. Oplossingen voor de eigenwoningproblematiek zullen worden uitgewerkt na de ontwikkeling van de visie op de eigenwoningregeling. De hervorming van Box 3 is zowel beleidsmatig, juridisch als uitvoeringstechnisch zeer gecompliceerd en treedt pas in 2027 in werking. Majeure wijzigingen in de eigenwoningregeling zijn daarmee op korte termijn niet realistisch.
Bron: Accountancy Vanmorgen