De in april 2020 ingestelde regeling biedt werkgevers compensatie voor de transitievergoeding bij het beëindigen van het dienstverband van langdurig zieke werknemers na twee jaar ziekte.
Het Kabinet heeft bij haar aantreden in het hoofdlijnenakkoord afgesproken dat de regeling voor grote werkgevers zal eindigen. Voor kleine en middelgrote werkgevers blijft de regeling wel nog bestaan.
Argumentatie voor de afschaffing is dat grote werkgevers hierdoor worden aangemoedigd om beter voor hun personeel te zorgen en ook dat grotere werkgevers meer financiële draagkracht hebben om de kosten van de transitievergoeding zelf te dragen. De uitwerking in een wet is nog niet definitief. Inmiddels is wel duidelijk dat werknemers die vanaf 1 juli 2024 ziek zijn gemeld en de 104 weken periode ziek blijven al onder de nieuwe regeling vallen.
Bijkomende gevolgen
Onduidelijk is in welke mate bij de totstandkoming van de afspraak over de afschaffing rekening is gehouden met het effect dat grote werkgevers minder snel geneigd zullen om na het verstrijken van de 104 weken loondoorbetalingsverplichting het dienstverband te beëindigen. Dit was destijds een belangrijke reden voor het invoeren van de compensatieregeling.
Weliswaar heeft de Hoge Raad eerder bepaald dat werkgevers verplicht zijn om in te stemmen met een verzoek tot beëindiging maar daarbij is meegewogen dat ze in aanmerking komen voor compensatie. Het valt nog niet te voorspellen of de beëindiging van de compensatieregeling de verplichting tot beëindiging zal veranderen.