Op 27 juli van dit jaar heeft de Centrale Raad van Beroep (CRvB) een uitspraak gedaan in procedure aangespannen door een aantal vrouwelijke zelfstandigen.
Door een wijziging in de Wazo (wet arbeid en zorg) verviel medio 2005 de zwangerschaps- en bevallingsuitkering voor zelfstandigen. Vanaf juni 2008 hebben de moeders, die als zelfstandige werken, via de ZeZ (wet zwangerschaps- en bevallingsuitkering zelfstandigen) opnieuw recht op een uitkering.
De eisers in de procedure vonden het onterecht dat zij geen beroep konden doen op een zwangerschaps- en bevallingsuitkering. Zij claimden dat ze op grond van het VN-Vrouwenverdrag recht hebben op een dergelijke uitkering.
De CRvB gaf de eisers gelijk en gaf het UWV opdracht voor de ‘uitkeringsloze periode’ tussen medio 2005 en medio 2008 een oplossing te zoeken.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft daarop besloten een compensatieregeling te treffen. De regeling is bedoeld voor vrouwelijke zelfstandigen die zijn bevallen tussen 7 mei 2005 en 4 juni 2008. De compensatieregeling zal worden opgenomen in een ministeriële regeling.
In hoofdlijnen ziet deze compensatieregeling er als volgt uit: Vrouwelijke zelfstandigen, beroepsbeoefenaren en meewerkende echtgenoten hebben recht op compensatie als ze zijn bevallen tussen 7 mei 2005 en 4 juni 2008. De compensatie moet binnen drie maanden na publicatie van de regeling worden aangevraagd bij het UWV. De hoogte van de compensatie bedraagt 90% van het wettelijk minimumloon 2017 per dag inclusief vakantiebijslag en wordt berekend over 80 dagen. Dat komt neer op een bedrag van ongeveer € 5.600.
Bron: www.rijksoverheid.nl