Minister Blok heeft vragen van Tweede Kamerleden beantwoord over de omzetting van een hypotheek met hoge rente in een hypotheek met een lager rentepercentage. De vragen zijn mede namens de Minister en de Staatssecretaris van Financiën beantwoord.
Omzetting van de hypothecaire lening betekent vervanging van een bestaande lening door een nieuwe en komt dus neer op tussentijdse aflossing. Dat is vaak tot een zeker deel (10 tot 20%) van de hoofdsom mogelijk zonder kosten. Voor het resterende deel kan de geldverstrekker een vergoeding vragen, de zogenaamde boeterente.
De vragenstellers willen weten of er maatregelen komen om een dergelijke omzetting kosteloos mogelijk te maken. Wanneer geldverstrekkers geen vergoeding mogen vragen van de consument bij het openbreken van de leningovereenkomst, zullen zij geen rentevaste periodes meer aanbieden. Omzetting vindt immers alleen plaats als de marktrente daalt, waardoor een rentevastperiode altijd ongunstig is voor de bank. Daar staat tegenover dat wanneer banken alleen een variabele hypotheekrente aanbieden consumenten hun renterisico niet meer kunnen afdekken door te kiezen voor een rentevastperiode.
Volgens een Europese Richtlijn Hypotheken mogen banken bij nieuwe hypotheken alleen de werkelijke kosten in rekening brengen bij extra aflossing. Deze verplichting geldt bij aflossen, oversluiten en bij rentemiddeling. Mogelijk valt de vergoeding voor vervroegde aflossing hierdoor lager uit. De richtlijn geldt voor leningen die vanaf 14 juli 2016 zijn verstrekt. De minister vindt het wenselijk dat banken niet meer kosten in rekening brengen bij tussentijdse aflossing dan het financiële nadeel dat zij daardoor lijden.
Stapsgewijs van de ene naar de andere geldverstrekker blijkt in de praktijk lastig uitvoerbaar. De woning dient als onderpand voor de aflossing van de lening. De nieuwe geldverstrekker heeft minder zekerheid dan de oorspronkelijke geldverstrekker. De oorspronkelijke geldverstrekker heeft het recht van eerste hypotheek. Bij financiële problemen van de consument heeft de eerste geldverstrekker voorrang op andere schuldeisers, onder wie de nieuwe geldverstrekker. De eerste geldverstrekker zal toestemming moeten geven voor het vestigen van een tweede hypotheek op de woning en kan daar voorwaarden aan verbinden.
Het stapsgewijs omzetten van een bestaande lening in een nieuwe lening bij een andere geldverstrekker heeft geen gevolgen voor het recht op hypotheekrenteaftrek, zolang aan de voorwaarden wordt voldaan.
Bron: Ministerie Wonen en Rijksdienst