Wet Werk en Zekerheid (deel 6)
Hoger beroep en cassatie
Een belangrijk doel van het nieuwe ontslagrecht is het vergroten van de rechtsgelijkheid en rechtszekerheid voor werkgevers en werknemers. Met het oog daarop wordt niet alleen de te nemen ontslagroute gereguleerd, maar ook de mogelijkheid van beroep tegen beslissingen van kantonrechter en UWV geopend. Onder het huidige recht is dat niet mogelijk: op een verzoek tot ontbinding wordt door de kantonrechter in één instantie beslist, waarbij beroep en cassatie uitdrukkelijk zijn uitgesloten (art. 7:685 lid 11 BW). Ook tegen de beslissing van het UWV is nu niet op te komen, behalve in uitzonderlijke gevallen door middel van de kennelijk-onredelijk-ontslag-procedure.
Voor- en nadelen
Volgens de wetgever zal de mogelijkheid van hoger beroep en cassatie tegen de beslissing van de kantonrechter de uniformiteit in de rechtspraak bevorderen. Er zijn immers vele kantonrechters die elk anders kunnen oordelen over een ontslag. Nadeel van de mogelijkheid tot hoger beroep is dat er minder snel duidelijkheid zal zijn: nu weten partijen direct of de arbeidsovereenkomst al dan niet eindigt, straks kan de uitspraak van de kantonrechter nog gevolgd worden door hoger beroep en cassatie. De procedure kan daardoor vele malen langer gaan duren.
Geen schorsende werking
De wetgever heeft dit probleem echter voorzien en daarvoor een oplossing bedacht: bij een toewijzend vonnis van de kantonrechter zal een hoger beroep de tenuitvoerlegging van het vonnis niet schorsen. Dit geldt dus voor alle toewijzende vonnissen: zowel wanneer een verzoek van de werkgever of de werknemer tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst wordt toegewezen, als wanneer een verzoek van de werknemer tot vernietiging van de opzegging of tot herstel van de arbeidsovereenkomst wordt toegewezen. Indien bijvoorbeeld een verzoek van de werkgever tot ontbinding wordt toegewezen, zal de arbeidsovereenkomst daadwerkelijk eindigen en moet de werknemer op zoek naar een andere baan.
Gevolgen vernietiging vonnis
Als in hoger beroep blijkt dat de arbeidsovereenkomst niet had mogen eindigen (of juist, anders dan de kantonrechter meende, wél hersteld had moetenworden), kan de rechter de werkgever veroordelen de arbeidsovereenkomst te herstellen. Daarbij kan hij voor de periode waarin de arbeidsovereenkomst ten onrechte was geëindigd voorzieningen treffen, bijvoorbeeld in de vorm van nabetaling van loon. Vaak zal herstel van de arbeidsverhouding niet meer (goed) mogelijk zijn: in dat geval kan de rechter, indien noodzakelijk ook ambtshalve, besluiten niet het herstel van de arbeidsovereenkomst te gelasten, maar aan de werknemer een billijke vergoeding toe te kennen.
Als in hoger beroep juist blijkt dat de arbeidsovereenkomst in eerste aanleg ten onrechte niet is ontbonden, bepaalt de rechter op welk
(toekomstig) tijdstip de arbeidsovereenkomst alsnog eindigt.
Wanneer een werknemer in eerste aanleg ontbinding heeft gevorderd en dat is toegewezen, kan in een hogere instantie geen herstel van de arbeidsverhouding worden gelast. Dat ligt ook wel voor de hand, want anders zou de rechter de werknemer tegen zijn wil in kunnen verplichten het werk te hervatten. Wel kan de hogere rechter een eventueel toegekende billijke vergoeding aanpassen.
UWV
Ook tegen beslissingen van het UWV zullen werkgevers en werknemers straks in beroep kunnen gaan. Als het UWV instemt met een ontslagaanvraag kan de werknemer binnen twee maanden na het eindigen van de arbeidsovereenkomst naar de kantonrechter gaan. Deze zal in dat geval aan dezelfde criteria toetsen als het UWV. De rechter kan vervolgens de arbeidsverhouding doen herstellen, of indien dat niet mogelijk blijkt een billijke vergoeding toekennen.
Bij afwijzing van de ontslagaanvraag kan de werkgever alsnog naar de kantonrechter, ook als er sprake is van een voorgenomen ontslag om bedrijfseconomische redenen. Ook dan zal de rechter de toetsingscriteria van het UWV hanteren.
Tegen alle genoemde beslissingen van de kantonrechter zal straks ook weer beroep mogelijk zijn.
Aanbeveling
De mogelijkheid van hoger beroep (en cassatie) tegen de beslissingen van de kantonrechter en het UWV kan in bepaalde gevallen onwenselijk zijn, met name wanneer snel duidelijkheid over de beëindiging van de arbeidsovereenkomst en de daarbij te betalen vergoeding vereist is. In dergelijke gevallen zal het vaak aantrekkelijker zijn om buiten rechter en UWV om een beëindiging met de
werknemer overeen te komen.
Houd daarbij wel onze eerdere aanbeveling * in gedachten. (* zie artikel Wet Werk en Zekerheid (deel 3) Het nieuwe ontslagrecht per 1 juli 2015; een overzicht)
Auteur: Victor Bouman
Bron: Wieringa advocaten