Op 3 september 2013 heeft Minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een wetsvoorstel ingediend waarmee het aantal regelingen voor ouders met kinderen wordt beperkt. De bestaande regelingen moeten op termijn worden verminderd tot vier, te weten:
- Kinderbijslag: De kinderbijslag blijft een inkomensonafhankelijke tegemoetkoming in de kosten van kinderen. Op grond van het wetsvoorstel vervalt wel de differentiatie naar leeftijd zodat vanaf 1 juli 2016 voor alle kinderen (tot en met 17 jaar) 70% van het huidige basis kinderbijslagbedrag wordt ontvangen. De huidige (hogere) percentages worden afgebouwd in de periode tot 1 juli 2016.
- Kindgebonden budget: Dit is een inkomensafhankelijke tegemoetkoming in de kosten van kinderen, afhankelijk naar huishoudtype en de uitkomst van een vermogens- en inkomenstoets. De vermogensgrens wordt vanaf 2015 gesteld op een vermogen van € 80.000 plus het heffingsvrije vermogen in box 3. Vanaf een toetsingsinkomen van € 19.767 (cijfers 2015) wordt het kindgebonden budget afgebouwd. Een “alleenstaande-ouderkop” van € 2.800 komt in plaats van de aanvulling in de minimumregelingen voor alleenstaande ouders en de (aanvullende) alleenstaande ouderkorting in de inkomstenbelasting. De alleenstaande-ouderkop is in feite een verhoging van het kindgebonden budget voor alleenstaande ouders.
- Combinatiekorting: een fiscale tegemoetkoming voor extra kosten door combinatie werk en zorg voor kinderen. Voor ouders loont werken.
- Kinderopvangtoeslag: een specifieke compensatie voor kosten van kinderopvang.
De fiscale regelingen die (alle per 1 januari 2015) worden afgeschaft zijn:
- (Aanvullende) alleenstaande ouderkorting
- Aftrek levensonderhoud kinderen
- Ouderschapsverlofkorting
- Aanvulling op minimumuitkeringen voor alleenstaande ouders