Wet Werken na AOW-gerechtigde leeftijd
Om het aantrekkelijker te maken AOW’ers in dienst te nemen, is de Wet Werken na AOW-gerechtigde leeftijd in 2016 ingevoerd. Daarin is onder meer opgenomen dat de werkgeversplichten bij ziekte van de oudere werknemer verminderen en de administratieve last wordt verlicht. Ook is het al makkelijker een werknemer van AOW-leeftijd te ontslaan, waardoor veelgenoemde obstakels voor bedrijven om oudere mensen in dienst te nemen zijn weggenomen.
Positie AOW’ers vergroten
Zo was er al een maatregel dat bij ziekte een werknemer verplicht is om loon door te betalen voor een flink kortere periode, namelijk 13 weken in plaats van 104 weken. Sinds 1 juli 2023 is deze periode verder verkort naar 6 weken. Dat moet de positie van AOW’ers op de arbeidsmarkt verder vergroten, omdat het aantrekkelijker wordt om een oudere werknemer in dienst te nemen.
Verkorting doorbetaling zorgt voor stijging
Voor een evaluatie van de wet in 2020 kregen werkgevers een enquête waarbij ze acht keer kiezen moesten uit drie sollicitanten: een van 22 jaar, een van 58 jaar en een van 67 jaar. Als werkgevers 104 weken moeten doorbetalen bij uitval, kiezen ze in slechts drie procent van de gevallen voor een werknemer van 67. Met de wet uit 2016 steeg dat naar 11 procent. Een verdere verkorting naar doorbetaling gedurende zes weken zou zorgen voor een stijging naar 16 procent.
Uitval zo veel mogelijk weggenomen
AOW’ers zijn aantrekkelijk voor werkgevers vanwege hun ervaring. In veel gevallen blijkt een werkzame AOW’er al langer bij een bedrijf te werken, al voor zijn AOW-leeftijd, waardoor werkgevers kennis hebben over de kennis en kunde van de medewerker. Door versoepelingen als de Wet Werken na AOW-gerechtigde leeftijd en het nieuwe besluit worden zorgen van werkgevers over de verplichtingen bij uitval zo veel mogelijk weggenomen.
Bron: SalarisNet