Uw werknemer voortaan als zzp’er inhuren? Pas op!

Een zelfstandige die een opdracht aanvaardt bij zijn oude werkgever wordt met meer argwaan bekeken dan een andere zzp’er op dezelfde klus. Er hangt hier immers de zweem van schijnzelfstandigheid in de lucht. Iemand die voorheen in loondienst was en nu hetzelfde werk als zzp’er gaat doen, voldoet waarschijnlijk niet aan de kwalificaties voor een arbeidsrelatie als opdrachtgever-opdrachtnemer. U zult dus gezamenlijk een aantal zaken moeten oplossen.

De Wet DBA was bedoeld om meer duidelijkheid te geven over wanneer er sprake is van schijnzelfstandigheid. Maar deze wet is nooit gehandhaafd. Er was simpelweg te veel onduidelijk en de wet leverde voornamelijk verwarring bij zzp’ers en opdrachtgevers op. Daarom werd een nieuwe wet ontwikkeld, die de Wet DBA moest gaan vervangen. Maar dit wetsvoorstel oogstte in de internetconsultatie zoveel kritiek dat deze grotendeels is gesneuveld. Alleen de webmodule voor het beoordelen van arbeidsrelaties blijft staan. Daarmee kunnen opdrachtgevers en zzp’ers in de loop van 2021 op basis van een vragenlijst meer duidelijkheid krijgen over de arbeidsrelatie, maar geen rechtszekerheid aan ontlenen. Let daarom ook straks nog goed op als u overweegt verder met uw werknemer te gaan als opdrachtgever-opdrachtnemer. Voor alle overige zaken zullen zzp’ers en opdrachtgevers het voorlopig moeten blijven doen met de Wet DBA.

Een werknemer ontslaan om hem vervolgens weer in te huren als opdrachtnemer, levert nadelen op voor de werknemer. Hij heeft dan namelijk geen recht meer op een transitievergoeding, ontslagvergoeding en doorbetaling bij ziekte. Hij heeft zelfs geen recht meer op een minimumloon. De werkgever heeft hiervan de voordelen. Die is (veel) minder geld kwijt is aan diezelfde werknemer. In zulke gevallen kan de belastinginspecteur oordelen dat de werknemer nooit uit dienst is gegaan en er sprake is van voortzetting van het dienstverband. In die gevallen kan de werkgever rekenen op fikse boetes en naheffingen.

Een zzp’er is meer dan alleen een persoon met een KvK-inschrijving en btw-nummer. Voordat de Belastingdienst iemand aanmerkt als zzp’er en ondernemer, moet hij of zij voldoen aan een aantal criteria:

• Meerdere opdrachtgevers. Als een zzp’er maar voor één opdrachtgever werkt, ziet de belastingdienst die persoon al heel snel niet meer als ondernemer. Vooral als de oude en nieuwe werkzaamheden hetzelfde zijn, is er vaak sprake van voortzetting dienstverband. Voor de zzp’er is het dus verstandig om snel meer opdrachtgevers te verzamelen en een verandering in het takenpakket af te spreken.
• Uren en omzet. Bij het zoeken naar meerdere opdrachtgevers is het niet voldoende om 2 keer per jaar een dagje ergens anders te werken. De Belastingdienst zal dat niet voldoende vinden om hier te spreken van een andere arbeidsrelatie. Als vuistregel kunt u aanhouden dat ongeveer 30 procent van de uren en omzet bij andere opdrachtgevers vandaan moet komen.
• Gezagsrelatie. Een zzp’er is vrij om zijn eigen uren, werk en vakantie in te delen. Ook mag hij er voor kiezen om zichzelf door een ander te laten vervangen. De werkgever mag hier dus niets meer over zeggen.
• Materiaal(kosten). Een opdrachtgever kan niet meer eisen dat een zzp’er elke dag om 9 uur op kantoor is. Maar hij kan ook niet meer eisen dat hij op een vaste plek op kantoor zit of dat hij de computer van de zaak gebruikt. Die materialen moet de zzp’er zelf aanschaffen en meenemen in zijn tarieven.
• Aard van het werk. Een opdrachtnemer die precies dezelfde werkzaamheden gaat doen als toen hij in loondienst was, zal waarschijnlijk worden gezien als een schijnzelfstandige. Zet daarom duidelijk op papier welke werkzaamheden als zzp’er worden gedaan en zorg dat deze niet exact hetzelfde zijn als het werk in loondienst.

Bron: SalarisNet.nl