Heeft u vragen? Wij zijn telefonisch bereikbaar op 030 262 45 94
Ons kantoor is nu open!
b+p Belastingadviseurs - 27/03/2025 - Juridisch

Ontslag na positieve drugstest

Juridisch

Een werknemer wordt bij een drugstest aan de poort van een bedrijf betrapt op het gebruik van cannabis. Die test mag de werkgever van de kantonrechter echter niet gebruiken voor het bewijs van werken onder de invloed van cannabis. Een belangrijke reden daarbij is dat de test volgens de kantonrechter alleen geschikt is om aan te tonen dat de werknemer cannabis heeft gebruikt, maar niet om aan te tonen dat hij bij aanvang van zijn werkzaamheden nog onder invloed van cannabis verkeert. Ondanks het “zero tolerance” beleid van de werkgever, wijst de kantonrechter het verzoek van de werkgever tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst af.

Uitspraak

Een metaalbewerkingsbedrijf houdt zich bezig met het fabriceren van stalen funderingen voor offshore windparken. Vanwege de zware constructies die gefabriceerd worden gelden binnen het bedrijf strenge veiligheidsregels. Er is een schriftelijk beleid dat verbiedt om tijdens het werk onder invloed van alcohol en drugs te zijn. Ter zake geldt een “zero tolerance” beleid.

Het bedrijf laat door een extern bureau onaangekondigde controles aan de poort verrichten. Een werknemer die verantwoordelijk is voor de kwaliteitsinspecties wordt bij één van deze controles positief getest op cannabis. Nadat een drugshond de betreffende werknemer had geselecteerd was bij de werknemer een speekseltest afgenomen, waarbij hij positief bevonden werd. Desgevraagd gaf de werknemer aan de avond tevoren cannabis te hebben gebruikt. Na de test hebben managers van het bedrijf in een gesprek vastgesteld dat de werknemer rood doorlopen ogen had, dat hij verdoofd overkwam, dat hij een vreemde grijns op zijn gezicht had en dat hij stoned leek. Van de mogelijkheid van een tweede speekseltest heeft de werknemer geen gebruik willen maken.

In een vervolggesprek een dag later geeft de werknemer aan dat hij in de nacht voorafgaande aan zijn dienst cannabis had gebruikt maar dat hij niet wist dat dat bij aanvang van de dienst (elf uur later) nog in zijn lichaam aanwezig zou zijn. Als de werknemer niet ingaat op een aanbod van de werkgever om de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden te beëindigen, verzoekt de werkgever de kantonrechter om de arbeidsovereenkomst te ontbinden.

De kantonrechter stelt voorop dat de werkgever niet het gebruik van cannabis maar het bij aanvang van de werkzaamheden onder invloed zijn van cannabis dient te bewijzen.
Omdat de drugstest in strijd is met de AVG, wordt deze door de kantonrechter als bewijsmiddel verworpen. In beginsel weegt het belang van de waarheidsvinding volgens de Hoge Raad zwaarder dan de inbreuk op de privacy, maar in dit geval is dat volgens de kantonrechter anders. De kantonrechter acht daarbij van belang dat:
• de AVG van betrekkelijk recente datum is, zodat die de actuele inzichten van de wetgever weergeeft;
• de persoonlijke gevolgen van het ontslag door het zero tolerance beleid niet worden meegewogen;
• de door de werknemer gegeven toestemming voor het afnemen van de test niet met zich meebrengt dat geen sprake is van inbreuk op de privacy, omdat de toestemming niet in volle vrijheid is gegeven (weigering zou volgens het beleid van de werkgever zelfs als een positieve test worden gezien);
• de tweede speekseltest niet kan worden gezien als mogelijkheid om de resultaten van de eerste test te ontzenuwen, omdat het om exact dezelfde test gaat;
• een speekseltest alleen kan aantonen dat cannabis is gebruikt maar niet of de persoon nog onder invloed van cannabis is (daarvoor zou bloedonderzoek moeten worden uitgevoerd).
Verder vindt de kantonrechter van belang dat de werknemer het gebruik van cannabis niet heeft ontkend maar wel dat hij nog onder invloed zou zijn van cannabis. Van de waarnemingen van de managers vindt de kantonrechter dat deze niet per se wijzen op het onder invloed zijn van cannabis (rode ogen) of dat zij niet aangeven op grond van welke waarnemingen conclusies worden getrokken (niet helder van geest zijn, stoned zijn). Een belangrijke rol speelt voor de kantonrechter ook dat de speekseltest niet bewijst dat de werknemer nog onder invloed van cannabis was. Volgens het Trimbos Instituut kan dat na zes tot acht uur niet meer worden vastgesteld.
De kantonrechter wijst daarom het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst af.

Commentaar

Van bewijs dat onrechtmatig verkregen is heeft de Hoge Raad bepaald dat het in een civiele procedure in beginsel toch mag worden gebruikt voor de waarheidsvinding. De kantonrechter besluit in dit geval echter dat de speekseltest toch niet als bewijs mag worden toegelaten. Dat de speekseltest kennelijk niet geschikt is om te bewijzen dat de werknemer onder invloed van cannabis verkeert, is daarvoor een belangrijke reden. De vraag blijft dan wat de kantonrechter zou hebben besloten als wel ook een bloedonderzoek zou zijn gedaan. Enerzijds zou dat dan kennelijk wel een resultaat op kunnen leveren dat bewijst wat bewezen moet worden. Anderzijds is bloedonderzoek wel een verdergaande inbreuk op de lichamelijke integriteit (meer invasief) dan een speekseltest.
De echte vraag is waarom de wetgever uitsluitend voor bepaalde beroepen in het vervoer door de lucht, over het spoor en over het water aanleiding heeft gezien om alcohol- en drugstests toe te staan. Er zijn buiten de vervoerssector bepaald wel beroepen te bedenken waarbij de veiligheid toch serieus in het gedrang kan komen als degenen die die beroepen vervullen onder invloed van alcohol of drugs verkeren.

b+p Belastingadviseurs maakt gebruik van functionele cookies die strikt noodzakelijk zijn voor de werking van de website en analytische cookies om inzicht te krijgen in de werking en effectiviteit van de website. De analytische cookies zijn volledig geanonimiseerd en wij plaatsen geen marketing cookies. Meer informatie over privacy.