Een werkgever die een werkneemster met longkanker tijdens de proeftijd had ontslagen moest aan die werkneemster een hoge billijke vergoeding betalen omdat het ernstig verwijtbaar was om deze werkneemster te ontslaan.
Een verzorgingshuis was met een werkneemster een arbeidsovereenkomst aangegaan voor de duur van een jaar met ingang van 1 mei 2022. Op 7 maart 2022 meldt de werkneemster zich ziek bij haar oude werkgever omdat zij gediagnosticeerd is met een ernstige vorm van longkanker. In telefonische contacten met de werkgever maakt de echtgenoot van de werkneemster dit aan de werkgever kenbaar. Bij brief van 28 april 2022, derhalve nog vóór de aanvang van de arbeidsovereenkomst, zegt de werkgever de arbeidsovereenkomst op met een beroep op het proeftijdbeding in de arbeidsovereenkomst. In de opzeggingsbrief wordt omtrent de reden van het ontslag slechts medegedeeld dat de huidige situatie geen andere beslissing toelaat.
De werkneemster vecht dit ontslag aan, omdat dit volgens haar in strijd is met het verbod tot discriminatie op grond van een handicap of chronische ziekte. Volgens de werkgever is het ontslag echter gegeven omdat er vanwege een op handen zijnde reorganisatie een personeelsstop was afgekondigd.
Als de zaak aan de kantonrechter wordt voorgelegd, constateert deze dat de stelling van de werkgever in zijn geheel niet is onderbouwd. Volgens de kantonrechter kan niet anders worden geconcludeerd dan dat het ontslag onlosmakelijk is verbonden met de ziekte van de werkneemster. Opzegging van de arbeidsovereenkomst wegens een handicap of chronische ziekte is in strijd met een wettelijk discriminatieverbod. Uit de wetsgeschiedenis van die wet blijkt dat het de werkgever ernstig valt aan te rekenen als de arbeidsovereenkomst wordt opgezegd in strijd met de regels in die wet. Daarom is volgens de kantonrechter voldaan aan de voorwaarde voor toekenning van een billijke vergoeding aan de werknemer betreffende ernstig verwijtbaar handelen of nalaten. De kantonrechter veroordeelt de werkgever daarom tot betaling van een billijke vergoeding ter hoogte van een jaarsalaris. De werkneemster had twee jaarsalarissen gevorderd omdat de werkgever pas na twee jaar de arbeidsovereenkomst had kunnen opzeggen wegens de arbeidsongeschiktheid van de werkneemster, maar de kantonrechter vindt dat niet terecht omdat het de werkgever geheel vrijgestaan zou hebben om de arbeidsverhouding met de werkneemster na een jaar niet te continueren.