Heeft u vragen? Wij zijn telefonisch bereikbaar op 030 262 45 94
Ons kantoor is nu open!
b+p Belastingadviseurs - 09/10/2017 - Juridisch

De DGA niet in dienstbetrekking of toch wel

Juridisch

Is er sprake van een dienstbetrekking of toch niet: deze vraag staat op dit moment erg in de belangstelling met alle discussies over de ZZP’ers.
Maar ook voor de werkzaamheden van de directeur groot aandeelhouder (DGA) is niet altijd duidelijk wat de insteek is, zo blijkt uit een uitspraak van het Gerechtshof Arhem van 5 september jl.

In discussie is de verzekeringsplicht voor werknemersverzekeringen. Wie in dienstbetrekking werkt, is in beginsel verplicht verzekerd voor de werknemersverzekeringen. Er geldt onder voorwaarden een uitzondering voor de DGA. Om onder de uitzondering te vallen moet sprake zijn van het feitelijk ontbreken van één van de criteria die bepalend zijn voor de aanwezigheid van een arbeidsrelatie. In dit geval stond ter discussie of al dan niet sprake was van een gezagsverhouding binnen arbeidsrelatie tussen de werkgever en de DGA.

Het Hof in Arnhem is van oordeel dat niet aan de voorwaarden voor de uitzondering op de verzekeringsplicht is voldaan in de volgende situatie.
Een holdingvennootschap heeft certificaten van aandelen uitgegeven. Alle certificaten worden gehouden door de leden van één gezin bestaande uit: moeder met 50% van de certificaten en elk van de drie kinderen met 16 2/3% van de certificaten. Het bestuur van de holdingvennootschap bestaat uit drie leden, te weten moeder, een van de drie kinderen en een derde partij.
Alle leden van het bestuur hebben één stem in het bestuur.

De holdingvennootschap houdt op haar beurt alle aandelen in een tussenholding, die de op haar beurt aandeelhouder en bestuurder is van een werkmaatschappij die met als activiteiten de handel in zeildoek en alle verdere uitrusting voor vaartuigen.
Moeder is de enige bestuurder van de tussenholding en verricht feitelijk werkzaam voor de werkmaatschappij.
Volgens het Gerechtshof is sprake van een gezagsverhouding en voldoet de arbeidsverhouding tussen moeder en de werkmaatschappij aan alle criteria voor een volwaardige dienstbetrekking.

Het Hof in Arnhem oordeelt dat uit HR 22 maart 2013, (nr. 12/02909) volgt dat de aanwezigheid van een gezagsverhouding niet materieel, maar formeel moet worden getoetst. Het is in dit geval aannemelijk dat moeder de aanwijzingen van het bestuur van de werkmaatschappij moet opvolgen. Dat moeder in een andere functie – als lid van het bestuur van de tussenholding, en als bestuurder van de holdingvennootschap en als moeder – invloed kan uitoefenen op die aanwijzingen, doet daaraan niet af.
Aangezien niet in geschil was of sprake is van de verplichting de werkzaamheden persoonlijk te verrichten en dat daarvoor loon wordt ontvangen, is de arbeidsrelatie tussen de werkmaatschappij en moeder een dienstbetrekking met verplichte verzekering tot gevolg.

Bron: Rechtspraak.nl

b+p Belastingadviseurs maakt gebruik van functionele cookies die strikt noodzakelijk zijn voor de werking van de website en analytische cookies om inzicht te krijgen in de werking en effectiviteit van de website. De analytische cookies zijn volledig geanonimiseerd en wij plaatsen geen marketing cookies. Meer informatie over privacy.