Heeft u vragen? Wij zijn telefonisch bereikbaar op 030 262 45 94
Ons kantoor is open van ma t/m vrij tussen 08:00 en 17:00 uur
b+p Belastingadviseurs - 07/06/2017 - Juridisch

Geen transitievergoeding voor AOW’ers: leeftijdsdiscriminatie of toch niet?

Juridisch

De Hoge Raad gaat zich buigen over de vraag of het wel terecht is dat AOW-gerechtigden bij ontslag geen transitievergoeding ontvangen. Een ontslagen werknemer heeft hierover een procedure aangespannen. Het Gerechtshof in ’s-Hertogenbosch heeft de Hoge Raad gevraagd of er geen sprake is van leeftijdsdiscriminatie.

Voor AOW-gerechtigde werknemers gelden afwijkende regels op het gebied van tijdelijke contracten. Werkgevers kunnen hun in een periode van vier jaar zesmaal een tijdelijk arbeidscontract aanbieden zonder dat de werknemer recht krijgt op een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. De loondoorbetalingsverplichting bij ziekte is geen 104, maar 6 weken en bij ontslag heeft een AOW-gerechtigde geen recht op een transitievergoeding.

Leeftijdsdiscriminatie
Een 72-jarige AOW-gerechtigde die met toestemming van het UWV is ontslagen, vindt dat die laatste uitzondering leeftijdsdiscriminatie is. Hij is in 2000 in dienst getreden bij een kaaspakhuis. Eind 2015 is hem bericht dat zijn arbeidsovereenkomst per 1 april 2016 zou worden beëindigd. Voor de rechter eist de werknemer (onder meer) een transitievergoeding van € 28.000 en herstel van de arbeidsovereenkomst danwel een vergoeding van € 75.000.
De Kantonrechter in Roermond wijst alle eisen echter af.
Bij het Gerechtshof  ’s-Hertogenbosch laat hij de laatste eis vallen, maar de eerste niet. Een transitievergoeding is niet alleen bedoeld als versoepeling van de overgang naar een andere baan, maar ook als compensatie voor het ontslag en de gevolgen ervan. Ook een AOW’er heeft recht op zo’n compensatie, vindt de ontslagen werknemer.

EU-regels
Het Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch vraagt zich af of het uitsluiten van AOW’ers inderdaad verenigbaar is met de doelstelling van de transitievergoeding. Bovendien is het de vraag of de uitsluiting in overeenstemming is met de Europese wetgeving omtrent leeftijdsdiscriminatie.
Deze twee vragen heeft het Hof aan de Hoge Raad gesteld en daarbij gevraagd of per individuele werknemer moet worden getoetst of er sprake is van leeftijdsdiscriminatie.

De werknemer en de werkgever mogen tot eind maart nog reageren op de geformuleerde vragen. Hoe die er exact uit komen te zien, wordt pas later bekend.

Bron: www.accountancyvanmorgen.nl

b+p Belastingadviseurs maakt gebruik van functionele cookies die strikt noodzakelijk zijn voor de werking van de website en analytische cookies om inzicht te krijgen in de werking en effectiviteit van de website. De analytische cookies zijn volledig geanonimiseerd en wij plaatsen geen marketing cookies. Meer informatie over privacy.