Heeft u vragen? Wij zijn telefonisch bereikbaar op 030 262 45 94
Ons kantoor is open van ma t/m vrij tussen 08:00 en 17:00 uur
b+p Belastingadviseurs - 27/05/2016 - Juridisch

Knelpunten loondoorbetaling bij ziekte en de arbeidsmarkt aangepakt

Juridisch

Minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft richting de Tweede Kamer maatregelen aangekondigd om knelpunten in de loondoorbetalingsverplichting en de arbeidsmarkt (WWZ) op te lossen.

De loonsanctie bij re-integratie in het tweede spoor,
Een van de maatregelen heeft betrekking op de re-integratie in het tweede spoor (artikel 7:658a, lid 1, BW). Nu is het zo dat het UWV een loonsanctie kan opleggen als een werkgever niet, of niet op het juiste moment het tweedespoortraject inzet. Werkgevers ervaren deze verplichting om een werknemer te re-integreren in het tweede spoor als belastend. Vaak wordt het enkel ingezet om een sanctie te vermijden. De regeling wordt daarom aangepast.
Het wel of niet en het moment van inzetten van een tweede spoortraject wordt de keuze van werkgever en werknemer op basis van advies van de bedrijfsarts en leggen zij vast in een plan van aanpak. UWV toetst vervolgens of het re-integratietraject conform plan van aanpak is verlopen.
Het wel of niet, het te laat of te vroeg inzetten van een tweede spoortraject zal hierdoor niet langer kunnen leiden tot een loonsanctie van UWV.

De aanvraag voor een vervroegde IVA-keuring
Op dit moment kan een werknemer na drie weken ziekte een vervroegde IVA-uitkering aanvragen als duidelijk is dat hij/zij in de toekomst niet meer kan werken. IVA is de wettelijke Inkomensvoorziening voor Volledig Arbeidsongeschikten. Wanneer de IVA-uitkering wordt toegekend, wordt deze door de werkgever verrekend met de loondoorbetaling.
De Minister wil dat ook werkgevers de mogelijkheid krijgen om een vervroegde IVA-uitkering aan te vragen. Dat leidt tot vermindering van de loondoorbetalingsverplichting en voorkomt onnodige re-integratieactiviteiten.
Minister Asscher verwacht ten aanzien van bovenstaande punten rond de zomer de Tweede Kamer te informeren over de contouren van dit wetsvoorstel.

De premiestelling bij de verzuimverzekering.
Veel kleine en middelgrote werkgevers hebben de loondoorbetalingsverplichting verzekerd. De premies van verzuimverzekeringen blijken in de praktijk te kunnen fluctueren. Dat is vooral aan de orde wanneer de premie is gerelateerd aan het schadeverloop van de voorgaande periode. Zolang de werkgever niet geconfronteerd wordt met langdurige ziekte daalt de premie. Krijgt de werkgever te maken met langdurige ziekte van een werknemer, dan kan de premie flink stijgen.
Minister Asscher ziet in dat werkgevers behoefte aan een stabiele premie. De minister zal met de verzekeraars in gesprek gaan opdat meer verzekeraars overstappen op een zogenoemd ‘forward-looking premiestelling’. Deze methodiek levert over het algemeen een stabielere premie op dan een premiestelling waarbij gekeken wordt naar het schadeverloop in voorgaande jaren.

Transitievergoeding
De regeling betreffende de transitievergoeding na twee jaar ziekte zal worden aangepast.
De loondoorbetalingsplicht van de werkgever houdt op na twee jaar ziekte. Bij een ontslagaanvraag na 2 jaar ziekte moet de werkgever de transitievergoeding betalen. Werkgevers kiezen er in sommige gevallen voor om geen ontslag aan te vragen om zo de transitievergoeding te omzeilen. Zo ontstaat er een slapend dienstverband. De rechter keurde deze constructie goed, omdat een werkgever niet verplicht is een werkverband te verbreken.

Minister Asscher stelt voor de regeling aan te passen. Werknemers die al twee jaren ziek zijn, blijven hun recht behouden op een transitievergoeding. Echter, de werkgever wordt hiervoor gecompenseerd uit de Algemeen werkloosheidsfonds. Dit zal wel leiden tot een verhoging van de voor rekening van de werkgever komende premie voor het Algemeen werkloosheidsfonds.
De aanpassing zal naar verwachting pas op 1 januari 2018 in werking treden. Minister Asscher heeft aangegeven te zullen bezien of het mogelijk is om deze wijziging met terugwerkende kracht in te laten gaan.

Seizoensarbeid en de ketenregeling
Last but not least is er een aanpassing van de ketenregeling voor seizoensarbeid aangekondigd.
De ketenregeling bepaalt dat indien meer dan drie, of langer dan twee jaar, tijdelijke arbeidsovereenkomsten tussen dezelfde partijen zijn gesloten, zonder onderbreking van meer dan zes maanden, de tijdelijke arbeidsovereenkomst wordt geconverteerd in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. In bepaalde gevallen is deze minimale periode van zes maanden vaak te lang om een keten – en daarmee een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd – te voorkomen. Dit is bijvoorbeeld het geval in een sector waar door seizoensarbeid een cyclus in de bedrijfsvoering plaatsvindt, als gevolg waarvan een gedeelte van het jaar wel, en een gedeelte van het jaar niet kan worden gewerkt.

De door de Minister beoogde aanpassing houdt in dat de zogenoemde tussenpoos van zes maanden bij CAO teruggebracht kan worden tot drie maanden voor functies waarin de werkzaamheden als gevolg van klimatologische of natuurlijke omstandigheden seizoensgebonden zijn en gedurende ten hoogste negen maanden per jaar kunnen worden verricht. Hierbij moet vooral worden gedacht aan de land- en tuinbouwsector. Deze tussenpoos van drie maanden is gelijk aan de wettelijke periode die gold voor de inwerkingtreding van de WWZ. Voor functies die een aaneengesloten periode van negen maanden overschrijden bestaat de mogelijkheid tot verkorting van de tussenpoos niet.

Streefdatum voor de invoering van de wijziging van de ketenregeling met betrekking tot seizoensarbeid is 1 juli 2016

Bron: rijksoverheid.nl

b+p Belastingadviseurs maakt gebruik van functionele cookies die strikt noodzakelijk zijn voor de werking van de website en analytische cookies om inzicht te krijgen in de werking en effectiviteit van de website. De analytische cookies zijn volledig geanonimiseerd en wij plaatsen geen marketing cookies. Meer informatie over privacy.