Een manager die door zijn werkgever verantwoordelijk werd gehouden voor grote kostenoverschrijdingen op een bepaald project, kon door de werkgever niet worden ontslagen wegens disfunctioneren omdat de werkgever niet kon bewijzen dat de manager tekort was geschoten en omdat niet gebleken was dat de werkgever de manager in voldoende mate in de gelegenheid had gesteld zijn functioneren te verbeteren.
De manager was bij een technologiebedrijf verantwoordelijk voor een project betreffende een wapensysteem. Het project had te maken met kostenoverschrijdingen. Toen in oktober/november 2014 wederom kostenoverschrijdingen aan het licht kwamen, is de manager gevraagd om een bepaalde werknemer te vervangen. De manager was het daarmee echter niet eens en heeft voorgesteld om in plaats daarvan de betreffende werknemer persoonlijk te gaan coachen. Tijdens een beoordelingsgesprek met zijn nieuwe leidinggevende op 12 februari 2015 krijgt de manager complimenten voor zijn kwaliteiten, maar wordt hem ook medegedeeld dat essentieel is dat hij pro-actiever en minder afwachtend optreedt. Kort daarna komt een nieuwe forse overschrijding van de kosten van het project aan het licht en wordt duidelijk dat ook de beoogde einddatum niet zal worden gehaald. De werkgever stelt daardoor onaangenaam verrast te zijn omdat de manager kort tevoren nog zou hebben medegedeeld dat alles goed ging. Ook wordt de manager verweten de coaching van bovenbedoelde werknemer achterwege te hebben gelaten. Op 19 maart 2015 wordt de manager uit zijn functie ontheven. Overleg over herplaatsingsmogelijkheden en het uitvoeren van een assessment om te bepalen welke functie voor de manager het meest geschikt zou zijn, leiden niet tot een oplossing.
De werkgever dient daarop bij de kantonrechter een verzoekschrift in tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Op dit verzoekschrift is het nieuwe ontslagrecht (na invoering van de Wet werk en zekerheid) van toepassing. De werkgever stelt op de eerste plaats dat de werknemer moet worden ontslagen wegens disfunctioneren, maar voor het geval de kantonrechter van mening mocht zijn dat daarvan geen sprake is wordt een drietal andere ontslaggronden aan het ontslag ten grondslag gelegd, te weten een verstoorde arbeidsverhouding, omstandigheden die zodanig zijn dat van de werkgever redelijkerwijs niet gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren en verwijtbaar handelen.
De kantonrechter stelt voorop dat onder het nieuwe ontslagrecht ontbinding van de arbeidsovereenkomst alleen kan plaatsvinden als daar een redelijke grond voor is en als herplaatsing van de werknemer binnen een redelijke termijn niet mogelijk is of niet in de rede ligt. In de wet zijn acht gronden genoemd die een redelijke grond voor ontslag kunnen vormen, welke gronden in de Ontslagregeling nader zijn uitgewerkt. Vervolgens stelt de kantonrechter dat het door de werkgever gestelde geen grond kan vormen voor de drie ontslaggronden die de werkgever subsidiair aan het ontbindingsverzoek ten grondslag heeft gelegd, zodat het er op aankomt of disfunctioneren van de werknemer als ontslaggrond kan worden aanvaard. Daarbij geldt als voorwaarde dat vaststaat dat de werkgever de werknemer tijdig in kennis heeft gesteld van de opvatting van de werkgever ten aanzien van de ongeschiktheid van de manager voor het verrichten van de overeengekomen werkzaamheden en dat de werkgever de manager in voldoende mate in de gelegenheid heeft gesteld zijn functioneren te verbeteren.
De kantonrechter is van mening dat aan deze voorwaarden niet is voldaan. De stelling van de werkgever dat de kostenoverschrijdingen met de manager regelmatig zijn besproken heeft de werkgever niet kunnen onderbouwen. Ook kan de werkgever niet aantonen dat het gestelde disfunctioneren met de manager is gesproken. Het beoordelingsgesprek van 12 februari 2015 kan niet als zodanig worden aangemerkt, omdat de verwijten die de manager worden gemaakt van vóór die datum dateren. Verder is naar de mening van de kantonrechter niet het vereiste verbetertraject aan de manager aangeboden. De werkgever had daartoe aan de manager een coachingstraject moeten aanbieden.
Dit bericht is afkomstig van Kantoor Mr. van Zijl advocaten, lees het volledige bericht.