Een werkgever moest een hogere ontslagvergoeding betalen aan de werknemer omdat de arbeidsverhouding onherstelbaar verstoord was geraakt als gevolg van het feit dat de werkgever de werknemer ontslag had aangezegd wegens disfunctioneren zonder eerst een verbetertraject aan te bieden, maar de arbeidsovereenkomst werd wel ontbonden.
Bij een bedrijf dat windmolens bouwt was op 1 juli 2015 een werknemer in dienst gekregen als “managing director” tegen een salaris van € 5.000 bruto per maand. De werknemer was eerder twaalf jaar lang statutair directeur geweest van een bedrijf dat op 23 juni 2015 failliet was gegaan. Er was derhalve sprake van de doorstart van een failliete onderneming. Op 24 augustus 2015 vindt een gesprek plaats tussen de aandeelhouder van het bedrijf en de werknemer, waarbij de spanningen hoog oplopen. Op 4 september 2015 wordt de werknemer dan vrijgesteld van werkzaamheden. De vakantieperiode niet meegerekend heeft de werknemer op dat moment vijf weken gewerkt, waarvan hij drie weken in het buitenland verbleef. De werkgever verzoekt de arbeidsovereenkomst te ontbinden wegens een verstoorde arbeidsverhouding. Daartoe stelt de werkgever dat de doorstart van de gefailleerde onderneming tevens het verbetertraject voor de werknemer is geweest en dat het aan de werknemer is te wijten dat dit niet tot een positief resultaat heeft geleid. Ook zouden collega’s niet meer met de werknemer wensen samen te werken. Ter zitting van de kantonrechter stelt de werkgever dat zij de geschiktheid van de werknemer voor de functie verkeerd heeft ingeschat.
De kantonrechter stelt vast dat de werknemer gevraagd is om in de functie van “managing director” te komen werken en dat een mogelijke daarbij gemaakte inschattingsfout voor rekening van de werkgever komt. Van een gesprek met de werknemer over zijn functioneren is volgens de kantonrechter niet gebleken, laat staan dat een verbetertraject zou zijn aangeboden. Dat de werknemer binnen vijf weken op non-actief wordt gesteld, de werkplek onmiddellijk moet verlaten en ook direct afgesloten wordt van de computer van de werkgever, acht de kantonrechter in strijd met goed werkgeverschap. De stelling dat andere werknemers niet meer met hem willen samenwerken wordt door de kantonrechter niet overgenomen, omdat die helemaal niet met bewijs is onderbouwd. Tenslotte is niet gebleken dat de werkgever inspanningen heeft verricht om de relatie te herstellen.
Evenwel concludeert de kantonrechter dat de arbeidsverhouding door de handelwijze van de werkgever wel verstoord is geraakt. Omdat het gaat over een klein bedrijf (vijf werknemers) kan voortzetting van de arbeidsovereenkomst volgens de kantonrechter in redelijkheid niet van de werkgever worden gevergd en ligt herplaatsing niet in de rede. Om die reden ontbindt de kantonrechter de arbeidsovereenkomst met ingang van 1 maart 2016. Omdat de werkgever zijn verplichtingen als goed werkgever grovelijk heeft verwaarloosd, is volgens de kantonrechter sprake van ernstig verwijtbaar gedrag van de werkgever. Daarom komt de proceduretijd bij de kantonrechter niet in mindering op de termijn waarop de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden en bestaat eveneens aanleiding tot het toekennen van een billijke vergoeding aan de werknemer, die bovenop de transitievergoeding komt. Bij het vaststellen van de transitievergoeding houdt de kantonrechter rekening met de dienstjaren bij de gefailleerde onderneming. De transitievergoeding komt dan uit op een bedrag van € 31.104 bruto. De billijke vergoeding wordt bepaald op een bedrag van € 15.000 bruto.
Dit bericht is afkomstig van Kantoor Mr. van Zijl advocaten, lees het volledige bericht.