Een werkgever mocht terugkomen op een regeling waarbij onder werktijd ’s morgens en ’s middags op vaste tijden collectief koffie en thee werd verstrekt en waarbij die koffie en thee onder werktijd kon worden genuttigd.
Een aantal gemeenten voerden gezamenlijk middels een publiekrechtelijke rechtspersoon de taken uit die voor die gemeenten voortvloeiden uit de Participatiewet. Bij het sociaal werkbedrijf dat zij aldus hadden ingesteld gold een CAO met een standaardkarakter. Dat betekent dat van de CAO niet mag worden afgeweken, ook niet als dat ten gunste van de werknemer zou zijn. Volgens deze CAO worden de werktijden geregeld in roosters, maar kan de werkgever bepalen dat voor gedetacheerde werknemers de werktijden gelden die gebruikelijk zijn in de onderneming waarin zij gedetacheerd zijn. De werktijdenregeling in het sociaal werkbedrijf was vastgesteld na overleg met de ondernemingsraad en voorzag in een koffie- en theepauze van veertien minuten ’s morgens en veertien minuten ’s middags. Voor de duur van veertien minuten was daarbij gekozen omdat dan volgens de Arbeidstijdenwet geen sprake is van onderbreking van de arbeidstijd. Vanwege zijn slechte financiële situatie had het sociaal werkbedrijf een deel van zijn werknemers gedetacheerd bij een speciaal daartoe opgerichte onderneming, die onderdeel vormde van een privaat bedrijf. Dat bedrijf werkte meer als een “gewoon” bedrijf. Bij de aanvang van de detachering bij het private bedrijf had het sociaal werkbedrijf medegedeeld dat de arbeidsovereenkomst met het sociaal werkbedrijf in stand zou blijven, maar dat de werktijdenregeling van het private bedrijf zou gelden. Aanvankelijk bleef daarbij de regeling voor koffie- en theepauze ongewijzigd, maar na ongeveer een half jaar wordt de regeling voor de gedetacheerde werknemers gelijk getrokken met de regeling die geldt voor de eigen werknemers van het private bedrijf. Dat betekent dat ’s morgens en ’s middags twee pauzes van vijftien minuten gelden. Omdat deze pauzes niet als arbeidstijd gelden worden deze niet betaald. Het gevolg is dat de gedetacheerde werknemers een half uur per dag langer moeten gaan werken. Over de wijziging van de regeling heeft geen overleg met de ondernemingsraad plaatsgevonden.
Vakbond FNV verzet zich tegen deze wijziging van de regeling voor de koffie- en theepauze, maar heeft daarmee geen succes, niet bij de kantonrechter en in hoger beroep ook niet bij het gerechtshof. Met het FNV is het gerechtshof van mening dat het standaardkarakter van de CAO zich niet verzet tegen de collectieve verstrekking van koffie of thee op een vastgesteld tijdstip en onder werktijd. Maar anders dan het FNV is het hof van mening dat een dergelijke regeling valt onder het instructierecht dat de werkgever op grond van de arbeidsovereenkomst heeft en dat de werkgever een gegeven instructie mag vervangen door een instructie waarbij de collectieve onderbreking van de arbeid wordt afgeschaft of gewijzigd. Er was volgens het gerechtshof ook geen sprake van strijd met goed werkgeverschap omdat het instructierecht van de werkgever dit toelaat en omdat aan de werknemers bij de detachering kenbaar is gemaakt dat de werktijdenregeling van het private bedrijf zou gelden.
Het gerechtshof is wel van mening dat het sociaal werkbedrijf over de onderbreking van de werktijd de instemming van de ondernemingsraad had moeten vragen, maar dat viel buiten het geschil tussen partijen omdat het daarbij gaat om de instelling van extra pauzes en niet om de afschaffing van de collectieve onderbreking van het werk.