Algemeen
De wet ‘beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters’ is ook wel bekend als ‘Premiedifferentiatie van Ziektewet- en WGA-uitkeringen van vangnetters’. Doel van de wet is het terugbrengen van de instroom WIA vanuit de ziektewet. Er is getracht om voor zowel de (arbeidsongeschikte) werknemers als de werkgevers prikkels in te bouwen die er voor moeten zorgen dat de instroom in de WIA beperkt blijft. In dit artikel wordt ingegaan op de (financiële) prikkels voor de werkgevers.
Vangnetters, in de zin van deze wet, zijn werknemers die geen werkgever (meer) hebben die hun loon tijdens ziekte uitbetaalt. U kunt hierbij denken aan werknemers met een tijdelijk contract die ziek (arbeidsongeschikt) uit dienst gaan. Na de uit dienst treding wordt een ziektewetuitkering betaald door het UWV, het zogenaamde vangnet.
Met ingang van 1-1-2014 wordt een premiedifferentiatie ingevoerd voor de ziektewetuitkeringen (en WGA-uitkeringen) aan vangnetters. Dat houdt in dat de premie die betaald moet worden, hoger is naar mate er meer werknemers arbeidsongeschikt uit dienst gaan. De wetgever gaat er van uit dat deze hogere premie de werkgever zal stimuleren werknemers niet arbeidsongeschikt uit dienst te melden. De premie die in 2014 betaald moet worden, is afhankelijk van de uitkeringen die gedaan zijn in het kalenderjaar 2012.
Categorieën werkgevers
Voor de premiedifferentiatie worden de werkgevers onderverdeeld in drie categorieën: klein, middelgroot en groot. Een kleine werkgever is een werkgever met een loonsom van ten hoogste tien keer het gemiddeld premieplichtig loon per werknemer (ongeveer € 30.000).
Een grote werkgever verloont meer dan honderd keer het gemiddeld premieplichtig loon. De middelgrote werkgever zit hier tussen.
Individuele premie
Kleine werkgevers zullen geen individuele premie ziektewet vastgesteld krijgen, maar een sectorpremie. Daarmee wordt de invloed die een kleine werkgever heeft op de premie gering. Immers de ‘schadelast’ van alle kleine werkgevers in die sector wordt bij elkaar opgeteld en gedeeld door de totale loonsom van die werkgevers.
Voor kleine werkgevers vervalt vanaf 2014 de individuele premiedifferentiatie voor de WGA-uitkeringen. Deze premie wordt ook opgenomen in de sectorpremie.
Grote werkgevers krijgen wel een individuele premie vastgesteld en voor middelgrote werkgevers geldt een mix van sectorpremie en individuele premie.
Eigen risicodrager
Een werkgever kan er voor kiezen om eigen risicodrager te worden voor de ziektewet. De reeds bestaande vangnetgevallen, werknemers die al arbeidsongeschikt zijn en al een ziektewetuitkering hebben, blijven bij het UWV. (LET OP! Dit geldt niet voor vaste werknemers die arbeidsongeschikt zijn en waarvoor u het loon doorbetaalt.)
Werkgevers die besluiten om eigen risicodrager te worden voor de WGA, moeten er rekening mee houden dat WGA uitkeringen van werknemers die al arbeidsongeschikt zijn of die al een WGA uitkering hebben, voor hun rekening komen. Dat is dus anders dan bij ziektewetuitkeringen.
Werkgevers die nu eigen risicodrager zijn voor de WGA (vaste werknemers), dienen in 2015 te beslissen of zij per 1-1-2016 ook eigenrisicodrager willen worden voor de WGA van vangnetters. Per 1-1-2016 kunt u alleen maar eigen risicodrager zijn voor beide categorieën. Wilt u geen eigen risicodrager zijn voor de vangnetters, dan eindigt per 1-1-2016 ook het eigen risicodragerschap voor de vaste medewerkers.
Wij adviseren u de afweging of u eigen risicodrager wordt, samen met uw verzekeringstussenpersoon te maken.
Overigens hebben wij vernomen dat verzekeringsmaatschappijen zich bezinnen op het aanbieden van verzekeringen voor WGA. Inmiddels zijn twee maatschappijen gestopt met het aanbieden van dergelijke polissen.