Bij aankoop van een onroerende zaak, of dit nu een woonhuis is of een bedrijfspand, is het niet alleen gebruikelijk maar ook zeer zinvol om als koper in de koopakte een financieringsvoorbehoud te maken. Ook al is men overtuigd van het feit, dat financiering van de aankoop geen probleem zal zijn, is het toch verstandig dit voorbehoud te maken.
Banken en financieringsmaatschappijen hebben hun eigen criteria voor het verstrekken van een financiering.
Zo ook een koper van een recreatiewoning. Nadat koper bij een aantal banken had aangeklopt voor het verkrijgen van de gewenste financiering, kreeg hij telkens een afwijzing. De negatieve reacties zijn aanleiding voor de koper een beroep te doen op zijn financieringsvoorbehoud.
De verkoper schakelt echter een derde in om tezamen met de koper de mogelijkheden van een financiering te bespreken, maar de koper volhardt in zijn beroep op het financieringsvoorbehoud.
Verkoper gaat vervolgens naar de rechter en vordert veroordeling van de koper om de koopovereenkomst na te komen. Daarbij beroept de verkoper zich op een bepaling in de algemene voorwaarden van de koopakte, waarbij koper zich verplicht een financieringsaanvraag te doen bij een door verkoper aan te wijzen bank. Een redelijk aanbod mag niet door koper worden geweigerd.
Door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden wordt laatstgenoemde bepaling, die onderdeel uitmaakt van de algemene bepalingen van verkoper, gezien als onredelijk bezwarend.
Bij een overeenkomst tussen een professionele partij en een particulier (die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf) mogen in de algemene voorwaarden van de professionele partij geen bepalingen voorkomen, die de particuliere partij tegen zijn wil in verplicht tot het sluiten van een contract met de verkoper of een derde.
De afwijzingen die de koper op zijn aanvraag voor een financiering heeft ontvangen, hebben ook tot doel gehad de koper te beschermen tegen onverantwoorde lasten. Koper heeft dan ook geen misbruik gemaakt van zijn recht de koopovereenkomst te ontbinden vanwege het niet kunnen ontvangen van de vereiste financiering.
Bron: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 28 juli 2015, ECLI:NL:GHARL:2015:5671